De donut-economie heeft ook Amsterdam geinspireerd. De gemeente heeft het initiatief genomen de overstap te maken naar een meer duurzame economie. De website van de gemeente bevat veel informatie over de circulaire economie. Voor de goede orde: circulaire economie is niet hetzelfde als de donut-economie, het maakt er wel deel van uit, en het streeft dezelfde doelen na.
Onze huidige manier van produceren en consumeren is problematisch: schaarse grondstoffen raken op, de CO2-uitstoot ontwricht het klimaat, biodiversiteit neemt af, ongelijkheid neemt toe, de verspilling van voedsel en materialen is groot. Dat alles gaat ten koste van toekomstige generaties en mensen in andere landen. Dat kan en moet anders, vinden ze in Amsterdam. Daarom verzochten ze Kate Raworth een toetsend raamwerk te ontwerpen om de stad circulair te maken. Dat werd “De Stadsdonut voor Amsterdam”.
Amsterdam gaat op drie fronten veranderingen doorvoeren: (1) voedsel en organische reststromen, (2) consumptiegoederen, (3) de gebouwde omgeving.
V.w.b. voedsel wil Amsterdam stadslandbouw stimuleren, om voedsel dichter bij de burgers te krijgen. De gemeente zelf gaat regionaal geproduceerd voedsel inkopen, en stimuleert anderen om de consumptie van regionaal voedsel te vergroten. Verder gaat de gemeente mogelijkheden bieden voor een gezond eetpatroon en voor het tegengaan van voedselverspilling. Gescheiden inzameling van keuken- en tuinafval wordt gestimuleerd met een gerichte wijkaanpak en voorlichting aan bewoners. Er worden plekken ingericht voor inzameling en hergebruik.
De aanpak t.a.v. consumptiegoederen is gericht op minder consumeren. De gemeente gaat minder nieuwe producten kopen en wordt vaker gebruiker in plaats van eigenaar van producten. Ook gaat de gemeente nieuwe circulaire producten en diensten ondersteunen. Er komt een infrastruktuur van deelplatforms, kringloopwinkels en reparatiediensten. Verder gaat de gemeente bevorderen dat er meer gedeeld wordt: deelgebruik en reparatie worden makkelijk, bereikbaar en betaalbaar. In aanvulling daarop wil de gemeente met bedrijven en kennisinstellingen samenwerken om meer te halen uit afgedankte spullen, zoals textiel, electronica, meubels, plastic enz. ten behoeve van hergebruik, reparatie of verwerking.
T.a.v. de gebouwde omgeving moeten vanaf 2022 alle nieuwe ontwerpen voor gebiedsontwikkeling en openbare ruimte gebaseerd zijn op circulaire criteria. Dat betekent o.m. duurzame (hergebruikte) materialen gebruiken, maar ook multifunctionele gebouwen bouwen en daarbij mogelijkheden creëren steeds te kunnen aansluiten bij de veranderende behoeften van bewoners en bezoekers. Vanaf 2023 moet deze criteria bij de feitelijke bouw worden toegepast. “In 2025 wordt in Amsterdam al 50% van de renovaties en het beheer uitgevoerd volgens circulaire principes. Dit doen we onder meer bij bestaande sociale en particuliere woningbouw, maatschappelijk vastgoed en scholen”.
Amsterdam heeft dus nogal wat ambities, en er is een uitgebreid innovatie- en uitvoeringsprogramma opgesteld waarin alle plannen en activiteiten zijn opgenomen. Veel daarvan is niet zomaar van toepassing op Voorschoten, maar wellicht kunnen wij er toch wat inspiratie uit putten.