De nederlandse overheid wil een volledig circulaire economie in 2050. Dat draagt immers bij aan minder en efficiënter gebruik van grondstoffen. Dat vraagt om een andere manier van produceren, maar ook om een gedragsverandering van consumenten. Maar willen de consumenten dat ook?
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft een steekproef van de bevolking geinterviewd om aan de weet te komen in hoeverre consumenten zich nu al “circulair” gedragen, en of ze bereid zijn hun gedrag te veranderen. Met circulair gedrag wordt o.a. bedoeld producten delen, langer gebruiken, repareren of weer doorgeven aan andere consumenten.
Uit het onderzoek bleek, dat er drie fasen in het gedrag van consumenten waargenomen kunnen worden. In de eerste fase vertonen consumenten geen circulair gedrag, en willen dat ook niet, ook niet als je het makkelijker of goedkoper maakt. Voorbeelden zijn het delen, lenen en huren van producten, het kopen van opgeknapte en tweedehands producten, of het afzien van producten zoals vlees eten en autobezit. In de tweede fase vertonen mensen ook geen circulair gedrag, maar zijn ze best bereid te veranderen als je het makkelijker en goedkoper voor ze maakt. Denk daarbij aan producten kopen van gerecycled materiaal, biologisch voedsel gebruiken of van bepaalde producten afzien. En in de derde fase zijn mensen al circulair bezig: gebruikte producten inleveren of weggeven, afval scheiden en energie besparen bijvoorbeeld.
De boodschap van de onderzoekers is aan de overheid is, dat als je de economie circulair wilt maken, je het beleid het beste kunt richten op het gedrag dat nog maar weinig mensen vertonen, maar waar de meerderheid wel toe bereid is. Het ligt voor de hand om gedrag te stimuleren waar mensen voor open staan en wat ook nog eens een grote milieuwinst oplevert. Dan hebben we het over zaken als kleiner wonen, weinig kleding kopen, dichtbij op vakantie gaan. Vooral voor het produceren van meubels en kleding is veel land nodig. Daarnaast kan gedrag gestimuleerd worden dat minder milieuwinst oplevert, maar toch zoden aan de dijk zet, als veel consumenten hiertoe overstappen. Meer duurzame producten kopen en de levensduur van producten verlengen bijvoorbeeld.