
Op 9 april presenteerde een burgerinitiatief, genaamd DeGoedeZaak, in de Tweede Kamer een voorstel om het openbaar vervoer beter toegankelijk en gratis te maken. Welk probleem wordt hiermee opgelost?
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen in het openbaar vervoer. Daaruit blijkt, dat werk en voorzieningen (ziekenhuizen, scholen, supermarkten) minder goed bereikbaar zijn voor mensen die gebruik moeten maken van openbaar vervoer of de fiets dan voor mensen die met de auto kunnen. Dat is niet alleen zo op het platteland, maar ook in de stadsranden. In de periode 2012-2022 is door bezuinigingen de beschikbaarheid van openbaar vervoer afgenomen en daardoor zijn banen en voorzieningen minder bereikbaar geworden. Ook zijn er voorzieningen van kleinere kernen verplaatst naar steden, wat eveneens de bereikbaarheid heeft verslechterd. De al grote verschillen tussen mensen met en zonder auto zijn nog verder toegenomen. Bij de bereikbaarheid van werk speelt nog iets anders. Banen werden minder goed bereikbaar door de afschaling van het openbaar vervoer, maar dit werd voor een deel gecompenseerd door toename van werkgelegenheid. Daar hebben vooral de hoger opgeleiden van geprofiteerd. Voor hen is de bereikbaarheid van werk toegenomen, zowel met openbaar vervoer als met de auto. Voor lager opgeleiden is de situatie verder verslechterd. Voor hen werd de afname van het openbaar vervoer veel minder gecompenseerd door meer werkgelegenheid, die bovendien vooral te vinden was op plaatsen waar je alleen met de auto kon komen. Autobezit is voor laagopgeleiden steeds meer een voorwaarde geworden voor toegang tot werk.
De afschaling van openbaar vervoer, de concentratie van voorzieningen in stedelijk gebied en de verschuiving van werk naar autolocaties zijn grotendeels politieke keuzes. Openbaar vervoer moet frequent en makkelijk beschikbaar zijn, dan willen mensen er best voor betalen. En maak het alleen gratis voor de laagstbetaalden.