
Onlangs raakte ik verzeild in een discussie met collega’s over de plannen van het gemeentebestuur om ons dorp op een collectief warmtenet aan te sluiten: Warmtelinq. De discussie ging allerlei kanten op, en het viel mij op, dat sommigen helemaal niet zaten te wachten op dat warmtenet en een voorkeur hadden voor andere oplossingen.
Afgelopen najaar gaf mijn CV-ketel de geest, na 19 jaar trouwe dienst. Ik moest dus een beslissing nemen over de verwarming van ons huis. Nederland gaat van het gas af, dus ik zou kunnen doen wat veel mensen al hebben gedaan: overstappen op een andere warmtebron en een warmtepomp gebruiken of electrische verwarming. We koken trouwens al 20 jaar niet meer op gas, dus dat was al geregeld. Nu de rest van het huis nog.
Ik ben een voorstander van het aansluiten van het dorp op Warmtelinq. Ik vind dat we nutsvoorzieningen in principe collectief moeten regelen en dat de overheid hierin een sturende rol moet hebben. Maar in de plannen van de gemeente las ik, dat aansluiting op het warmtenet in ons dorp op zijn vroegst in 2030 klaar is. En planningen van grote projecten lopen altijd uit, is mijn ervaring. Dus het huis aansluiten op het warmtenet zit er voorlopig niet in.
Dus dan toch maar een warmtepomp laten installeren? Dat gaat tegen mijn principe in. Hoe meer huishoudens hun eigen individuele keuzes maken in hun energievoorziening, hoe minder zinvol het wordt om een warmtenet aan te leggen. Bovendien heb ik van bezitters van een warmtepomp gehoord, dat zo’n apparaat behoorlijk wat geluidoverlast geeft. En daar zit ik ook niet op te wachten. Ik heb dus een nieuwe gasketel laten installeren. Dan kan ik tenminste vooruit tot het moment dat de warmtenet-monteur voor de deur staat.